Door Sanne Boomsma
Doe wat nodig is
Voordat Els begon bij gemeente Zoetermeer is er een kwartiermaker aan de gang geweest die een plan van aanpak en een eerste programmaplan heeft opgesteld. Dit plan wordt op grote lijnen nog steeds gevolgd. “Ik heb vooral aan vorm veel veranderd, maar aan inhoud niet zo veel”, vertelt Els. Het was een omvangrijk en redelijk technisch verhaal, wat iets toegankelijker is gemaakt zodat meer mensen het kunnen lezen en begrijpen. Op deze manier hoopt Els dat het ook makkelijker is om medewerkers erbij te betrekken.
“Een belangrijk uitgangspunt is dat we gaan doen wat nodig is om op 1 januari 2021 aan de wet te voldoen.” Concreet betekent dit dat de gemeente haar omgevingsprocessen op orde moet hebben, dat er een omgevingsplan moet zijn om aan te toetsen en dat er een omgevingsvisie moet zijn die richting geeft aan het omgevingsplan. En de nieuwe, meer integrale, manier van werken die beoogd wordt met de Omgevingswet? “Daar waar dat kan, nemen we die gewoon mee, maar daar hebben we ook nog een periode voor na 2021.”
De keuze om op dit moment te focussen op wat noodzakelijk is voor de ingang van de wet komt voort uit een aantal overwegingen. De implementatie van de Omgevingswet is een behoorlijke klus en dat proces heeft tijd nodig. “Het is ook een grote organisatieontwikkeling en we merken gaandeweg het traject dat we iedere dag tegen nieuwe dingen aan lopen en dat we het proces moeten bijstellen.” Daarnaast is de wet nog niet door de Kamer. Er zijn dus ook nog veel onduidelijkheden waar je als gemeente nog niet op kunt inspelen.
Werk vanuit de inhoud
Gemeente Zoetermeer heeft 7 aandachtsgebieden voor de implementatie van de Omgevingswet geïdentificeerd, zoals bijvoorbeeld organisatieontwikkeling, wetgevingsinstrumenten en informatievoorziening.
Vanuit deze ‘pijlers’ worden projecten opgestart om de gemeente klaar te krijgen voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Per pijler is een projectleider aangesteld die scherp heeft wat er moet gebeuren tot aan 2021, maar de concrete projecten die worden opgestart komen vooral voort uit de inhoud van andere al lopende projecten.
“We zijn bijvoorbeeld op dit moment bezig met het maken van een omgevingsvisie. Vanuit dat project brengen we allerlei sectoren en sectorale mensen bij elkaar. Op een natuurlijke wijze zijn we dus al integraal aan het werk. Dit is voor de pijler organisatieontwikkeling een aanleiding om een project Integraal Werken op te zetten.” Langs de lijn van de verschillende kerninstrumenten en de activiteiten die daaruit voortvloeien, de inhoud, worden er dus ook bij andere pijlers projecten opgestart. Op deze manier leidt het ene project op natuurlijke wijze tot het andere en blijft het voor iedereen een logisch, samenhangend traject.
Sluit aan bij lopende projecten
Een ander uitgangspunt van het programmaplan van gemeente Zoetermeer is om zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen. Zo zijn er al voor de woningbouwopgave participatietrajecten gestart. De informatie die daaruit voortkomt, is input voor de Omgevingsvisie. “We maken dus niet eerst een omgevingsvisie en gaan dan daarover met inwoners in gesprek, maar we gebruiken de output vanuit de lopende projecten om de visie vorm te geven.”
Ook zijn er al een aantal bouwstenen op hoofdlijnen gemaakt, waarbij op verschillende thema’s, zoals bijvoorbeeld ‘De Gezonde Stad’, beleidsdocumenten uit verschillende sectoren zijn opgehaald. Deze worden in een aantal sessies, waarbij beleidsmedewerkers op het gebied van economie, wonen, veiligheid, etc. bij elkaar zitten, tegen het licht gehouden. “Vervolgens gaan we kijken of daar een verhaal op hoofdlijnen en een soort ontwikkelstrategie voor de stad uit voort komt en dat beschrijven we in de omgevingsvisie.”
Onder het mom ‘sluit aan bij lopende projecten’ start bij gemeente Zoetermeer ook een interne pilot voor het maken van een omgevingsplan. “We hebben gekeken of er bestemmingsplannen zijn die aan actualisatie toe zijn of die nog niet digitaal beschikbaar zijn, deze zullen we bij wijze van pilot in de geest van de Omgevingswet omzetten naar een omgevingsplan.” De pilot biedt tevens ruimte voor projectleiders, die al lange tijd intensief bezig zijn met het implementeren van de wet, om te ontdekken op welke gebieden de effecten van de wet merkbaar zijn waar ze dat misschien niet verwacht hadden. Daarnaast sluit het doen van pilots aan bij een ander uitgangspunt van het implementatietraject van de gemeente: op deze manier maken de medewerkers op kleine schaal kennis met de impact van de Omgevingswet.
Houd het klein
Organisatieontwikkelingen werken beter als je ze klein en concreet maakt, je mensen er onderdeel van maakt en ze zelf laat ervaren wat die ontwikkelingen voor hen betekenen. Zo vertelt Zoetermeer medewerkers alleen wat voor hen op dat moment belangrijk is of wat er op dat moment in hun werkzaamheden verandert. “We maken het behapbaar. Dit is een bewuste keuze, omdat de meeste medewerkers al zwaarbelast zijn met de dagelijkse opgaven die op hun bord liggen.”
Voor veel medewerkers komt het pas echt dichtbij als de gemeente straks aan de slag gaat met instrumenten als vergunningverlening en uitvoeringsplannen. Maar ook het opstellen van een omgevingsplan hoort hierbij. Hierbij worden medewerkers die vooral van de uitvoering zijn betrokken. Naast het doen van pilots, is gemeente Zoetermeer op een andere manier begonnen met de voorbereidingen hiervoor. “Zo hebben we nu al alle verordeningen op het gebied van de fysieke leefomgeving op een rij gezet. Een aantal verordeningen kunnen één op één over, maar dat is niet altijd het geval en dat is natuurlijk het interessantst.”
Spits toe op de omstandigheden van je gemeente
“Als ik met andere gemeenten spreek, krijg ik terug dat ze erg positief zijn over de Zoetermeerse aanpak. Elke gemeente spitst de implementatie van de Omgevingswet toe op de eigen omstandigheden en zoekt een aanpak die voor hun situatie werkt.”
Zo zijn er gemeenten die net een heel traject van organisatieontwikkeling achter de rug hebben en al integraal werken. En Zoetermeer is bijvoorbeeld al vrij ver in zijn beleid op het gebied van bewonersparticipatie. “Ik kan mij voorstellen dat bij kleinere gemeenten die minder capaciteit hebben, de medewerkers al (noodgedwongen) integraal werken omdat zij meerdere beleidsvelden in hun takenpakket hebben.
Ondanks de verschillen, kunnen we veel van elkaar kunnen leren. Juist bij het opstellen van een omgevingsvisie kan je samenwerken met naburige gemeenten. Zo werken we in Haaglandenverband al intensief samen op allerlei grensoverschrijdende thema’s als bijvoorbeeld energie, water en lucht.
De belangrijkste tip is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij dingen die je al doet, zodat de Omgevingswet op een heel natuurlijke wijze onderdeel wordt van de dagelijkse werkzaamheden. En daarnaast, keep it simple.”
Hoe nu verder?
Er is nog genoeg te doen voor de implementatie van de Omgevingswet in 2021. “Halverwege volgend jaar willen we een concept omgevingsvisie klaar hebben. Op de planning staat ook om een eerste bestemmingsplan in de vorm van een omgevingsplan te gieten. Daarnaast willen we met de raad en bestuurders nadenken over de sturingsfilosofie, over de manier waarop al die verschillende instrumenten in de Omgevingswet straks op elkaar ingrijpen en hoe dat een relatie heeft met de traditionele P&C-cyclus van de gemeente. Kortom er is nog veel te doen.”